Nejmilejší, nyní synové Boží jsme, ale ještěť se neokázalo, co budeme. Vímeť pak, že když se okáže, podobni jemu budeme; nebo viděti jej budeme tak, jakž jest.
Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.