1. Home
  2. Pair
  3. ChiUns
  4. DutSVV
  5. 1Sam.3

I Samuel 3

3:1
童子撒母耳在以利面前事奉耶和华。当那些日子，耶和华的言语稀少，不常有默示。
En de jongeling Samuël diende den HEERE voor het aangezicht van Eli; en het woord des HEEREN was dierbaar in die dagen; er was geen openbaar gezicht.
3:2
一日，以利睡卧在自己的地方；他眼目昏花，看不分明。
En het geschiedde te dien dage, als Eli op zijn plaats nederlag (en zijn ogen begonnen donker te worden, dat hij niet zien kon),
3:3
　神的灯在　神耶和华殿内约柜那里，还没有熄灭，撒母耳已经睡了。
En Samuël zich ook nedergelegd had, eer de lampe Gods uitgedaan werd, in den tempel des HEEREN, waar de ark Gods was,
3:4
耶和华呼唤撒母耳。撒母耳说：「我在这里！」
Dat de HEERE Samuël riep; en hij zeide: Zie, hier ben ik.
3:5
就跑到以利那里，说：「你呼唤我？我在这里。」以利回答说：「我没有呼唤你，你去睡吧。」他就去睡了。
En hij liep tot Eli en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Doch hij zeide: Ik heb niet geroepen, keer weder, leide u neder. En hij ging heen en legde zich neder.
3:6
耶和华又呼唤撒母耳。撒母耳起来，到以利那里，说：「你呼唤我？我在这里。」以利回答说：「我的儿，我没有呼唤你，你去睡吧。」
Toen riep de HEERE Samuël wederom; en Samuël stond op; en ging tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Hij dan zeide: Ik heb u niet geroepen, mijn zoon; keer weder, leg u neder.
3:7
那时撒母耳还未认识耶和华，也未得耶和华的默示。
Doch Samuël kende den HEERE nog niet; en het woord des HEEREN was aan hem nog niet geopenbaard.
3:8
耶和华第三次呼唤撒母耳。撒母耳起来，到以利那里，说：「你又呼唤我？我在这里。」以利才明白是耶和华呼唤童子。
Toen riep de HEERE Samuël wederom, ten derden maal; en hij stond op, en ging tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Toen verstond Eli, dat de HEERE den jongeling riep.
3:9
因此以利对撒母耳说：「你仍去睡吧；若再呼唤你，你就说：『耶和华啊，请说，仆人敬听！』」撒母耳就去，仍睡在原处。
Daarom zeide Eli tot Samuël: Ga heen, leg u neder, en het zal geschieden, zo Hij u roept, zo zult gij zeggen: Spreek, HEERE, want Uw knecht hoort. Toen ging Samuël heen en leide zich aan zijn plaats.
3:10
耶和华又来站著，像前三次呼唤说：「撒母耳啊！撒母耳啊！」撒母耳回答说：「请说，仆人敬听！」
Toen kwam de HEERE, en stelde Zich daar, en riep gelijk de andere malen: Samuël, Samuël! En Samuël zeide: Spreek, want Uw knecht hoort.
3:11
耶和华对撒母耳说：「我在以色列中必行一件事，叫听见的人都必耳鸣。
En de HEERE zeide tot Samuël: Zie, Ik doe een ding in Israël, dat al wie het horen zal, dien zullen zijn beide oren klinken.
3:12
我指著以利家所说的话，到了时候，我必始终应验在以利身上。
Te dienzelven dage zal Ik verwekken over Eli alles, wat Ik tegen zijn huis gesproken heb; Ik zal het beginnen en voleinden.
3:13
我曾告诉他必永远降罚与他的家，因他知道儿子作孽，自招咒诅，却不禁止他们。
Want Ik heb hem te kennen gegeven, dat Ik zijn huis rechten zal tot in eeuwigheid, om der ongerechtigheids wil, die hij geweten heeft; want als zijn zonen zich hebben vervloekt gemaakt, zo heeft hij hen niet eens zuur aangezien.
3:14
所以我向以利家起誓说：『以利家的罪孽，虽献祭奉礼物，永不能得赎去。』」
Daarom dan heb Ik het huis van Eli gezworen: Zo de ongerechtigheid van het huis van Eli tot in eeuwigheid zal verzoend worden door slachtoffer of door spijsoffer!
3:15
撒母耳睡到天亮，就开了耶和华的殿门，不敢将默示告诉以利。
Samuël nu lag tot aan den morgen; toen deed hij de deuren van het huis des HEEREN open; doch Samuël vreesde dit gezicht aan Eli te kennen te geven.
3:16
以利呼唤撒母耳说：「我儿撒母耳啊！」撒母耳回答说：「我在这里！」
Toen riep Eli Samuël, en zeide: Mijn zoon Samuël! Hij dan zeide: Zie, hier ben ik.
3:17
以利说：「耶和华对你说什么，你不要向我隐瞒；你若将　神对你所说的隐瞒一句，愿他重重地降罚与你。」
En hij zeide: Wat is het woord, dat Hij tot u gesproken heeft? Verberg het toch niet voor mij; God doe u zo, en zo doe Hij daartoe, indien gij een woord voor mij verbergt van al de woorden, die Hij tot u gesproken heeft!
3:18
撒母耳就把一切话都告诉了以利，并没有隐瞒。以利说：「这是出于耶和华，愿他凭自己的意旨而行。」
Toen gaf hem Samuël te kennen al die woorden, en verborg ze voor hem niet. En hij zeide: Hij is de HEERE; Hij doe, wat goed is in Zijn ogen!
3:19
撒母耳长大了，耶和华与他同在，使他所说的话一句都不落空。
Samuël nu werd groot; en de HEERE was met hem, en liet niet een van al Zijn woorden op de aarde vallen.
3:20
从但到别是巴所有的以色列人都知道耶和华立撒母耳为先知。
En gans Israël, van Dan tot Ber-seba toe, bekende, dat Samuël bevestigd was tot een profeet des HEEREN.
3:21
耶和华又在示罗显现；因为耶和华将自己的话默示撒母耳，撒母耳就把这话传遍以色列地。
En de HEERE voer voort te verschijnen te Silo; want de HEERE openbaarde Zich aan Samuël te Silo, door het woord des HEEREN.

© bibleglot.com