et micantis gladii et fulgurantis hastae et multitudinis interfectae et gravis ruinae nec est finis cadaverum et corruent in corporibus suis
De ruiter steekt omhoog, zo het vlammende zwaard, als de bliksemende spies, en er zal veelheid der verslagenen zijn, en een zware menigte der dode lichamen; ja, er zal geen einde zijn der lichamen, men zal over hun lichamen struikelen;