Psalms 126

Пісня прочан. Як вертався Господь із полоном Сіону, то були ми немов би у сні...
Een lied Hammaaloth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen.
Наші уста тоді були повні веселощів, а язик наш співання! Казали тоді між народами: Велике вчинив Господь з ними!
Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan.
Велике вчинив Господь з нами, були радісні ми!
De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd.
Вернися ж із нашим полоном, о Господи, немов ті джерела, на південь!
O HEERE! wend onze gevangenis, gelijk waterstromen in het zuiden.
Хто сіє з слізьми, зо співом той жне:
Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.
все ходить та плаче, хто носить торбину насіння на посів, та вернеться з співом, хто носить снопи свої!
Die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven.