קול המון בהרים דמות עם רב קול שאון ממלכות גוים נאספים יהוה צבאות מפקד צבא מלחמה׃
Er is een ruisende stem op de bergen, gelijk eens groten volks; een stem van gedruis der koninkrijken, der verzamelde heidenen; de HEERE der heirscharen monstert het krijgsheir.
ונבהלו צירים וחבלים יאחזון כיולדה יחילון איש אל רעהו יתמהו פני להבים פניהם׃
En zij zullen verschrikt worden, smarten en weeën zullen hen aangrijpen, zij zullen bang zijn als een barende vrouw; een iegelijk zal over zijn naaste verbaasd zijn; hun aangezichten zullen vlammende aangezichten zijn.
הנה יום יהוה בא אכזרי ועברה וחרון אף לשום הארץ לשמה וחטאיה ישמיד ממנה׃
Ziet, de dag des HEEREN komt, gruwelijk, met verbolgenheid en hittigen toorn, om het land te stellen tot verwoesting, en deszelfs zondaars daaruit te verdelgen.
כי כוכבי השמים וכסיליהם לא יהלו אורם חשך השמש בצאתו וירח לא יגיה אורו׃
Want de sterren des hemels en zijn gesternten zullen haar licht niet laten lichten; de zon zal verduisterd worden, wanneer zij zal opgaan, en de maan zal haar licht niet laten schijnen.
ופקדתי על תבל רעה ועל רשעים עונם והשבתי גאון זדים וגאות עריצים אשפיל׃
Want Ik zal over de wereld de boosheid bezoeken, en over de goddelozen hun ongerechtigheid; en Ik zal den hoogmoed der stouten doen ophouden, en de hovaardij der tirannen zal Ik vernederen.
על כן שמים ארגיז ותרעש הארץ ממקומה בעברת יהוה צבאות וביום חרון אפו׃
Daarom zal Ik den hemel beroeren, en de aarde zal bewogen worden van haar plaats, vanwege de verbolgenheid des HEEREN der heirscharen, en vanwege den dag Zijns hittigen toorns.
והיה כצבי מדח וכצאן ואין מקבץ איש אל עמו יפנו ואיש אל ארצו ינוסו׃
En een iegelijk zal zijn als een verjaagde ree, en als een schaap, dat niemand vergadert; een iegelijk zal naar zijn volk omzien, en een iegelijk zal naar zijn land vluchten.
וקשתות נערים תרטשנה ופרי בטן לא ירחמו על בנים לא תחוס עינם׃
Maar hun bogen zullen de jongelingen verpletteren, en zij zullen zich niet ontfermen over de vrucht des buiks; hun oog zal de kinderen niet verschonen.
לא תשב לנצח ולא תשכן עד דור ודור ולא יהל שם ערבי ורעים לא ירבצו שם׃
Daar zal geen woonplaats zijn in der eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van geslacht tot geslacht; en de Arabier zal daar geen tent spannen, en de herders zullen er niet legeren.
ורבצו שם ציים ומלאו בתיהם אחים ושכנו שם בנות יענה ושעירים ירקדו שם׃
Maar daar zullen nederliggen de wilde dieren der woestijnen, en hun huizen zullen vervuld worden met schrikkelijke gedierten, en daar zullen de jonge struisen wonen, en de duivelen zullen er huppelen.
וענה איים באלמנותיו ותנים בהיכלי ענג וקרוב לבוא עתה וימיה לא ימשכו׃
En wilde dieren der eilanden zullen in zijn verlaten plaatsen elkander toeroepen, mitsgaders de draken in de wellustige paleizen; hun tijd toch is nabij om te komen, en hun dagen zullen niet vertogen worden.