Toen zeiden de Filistijnen: Wie heeft dit gedaan? En men zeide: Simson, de schoonzoon van den Thimniet, omdat hij zijn huisvrouw heeft genomen, en heeft haar aan zijn metgezel gegeven. Toen kwamen de Filistijnen op, en verbrandden haar en haar vader met vuur.
Filistenii au zis: ,,Cine a făcut lucrul acesta?`` Li s'a răspuns: ,,Samson, ginerele Timneanului, pentru că acesta i -a luat nevasta şi a dat -o tovarăşului lui``. Şi Filistenii s'au suit, şi au ars -o pe ea şi pe tatăl ei.