En een rein man zal hysop nemen, en in dat water dopen, en sprengen het aan die tent, en op al het gereedschap, en aan de zielen, die daar geweest zijn; insgelijks aan dengene, die een gebeente, of een verslagene, of een dode, of een graf aangeroerd heeft.
And a clean person shall take hyssop, and dip it in the water, and sprinkle it upon the tent, and upon all the vessels, and upon the persons that were there, and upon him that touched a bone, or one slain, or one dead, or a grave: