Want ziet, zij gaan daarhenen vanwege de verstoring; Egypte zal ze verzamelen, Mof zal ze begraven; begeerte zal er zijn naar hun zilver, netelen zullen hen erfelijk bezitten, doornen zullen in hun tenten zijn.
Car voici, ils partent à cause de la dévastation; L'Egypte les recueillera, Moph leur donnera des sépulcres; Ce qu'ils ont de précieux, leur argent, sera la proie des ronces, Et les épines croîtront dans leurs tentes.