Zo ging hij af ten huize des konings in de kamer des schrijvers; en ziet, aldaar zaten al de vorsten: Elisama, de schrijver, en Delaja, de zoon van Semaja, en Elnathan, de zoon van Achbor, en Gemarja, de zoon van Safan, en Zedekia, de zoon van Hananja, en al de vorsten.
بعد از آن او به کاخ سلطنتی، به دفتر منشی دربار، جایی که درباریان در آن جلسه داشتند، رفت. الیشمع منشی، دلایا پسر شمعیا، الناتان، پسر عکبور، جمریا پسر شافان، و صدقیا پسر حنیا در آن جلسه حضور داشتند.