Hvorledes skulde de nu påkalde den, på hvem de ikke have troet? og hvorledes skulde de tro den, som de ikke have hørt? og hvorledes skulde de høre, uden der er nogen, som prædiker?
Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt?