Jeg viser dig ingen Medynk eller Skånsel, men gengælder dig dine Veje, og dine Vederstyggeligheder skal blive i din Midte; og I skal kende, at jeg, HERREN, er den, som slår.
En Mijn oog zal niet verschonen, en Ik zal niet sparen; Ik zal u geven naar uw wegen, en uw gruwelen zullen in het midden van u zijn; en gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE ben, Die slaat.