Psalms 99

Herren er blitt konge, folkene bever, han som troner over kjeruber, jorden ryster.
De HEERE regeert, dat de volken beven; Hij zit tussen de cherubim; de aarde bewege zich.
Herren er stor i Sion, og ophøiet er han over alle folkene.
De HEERE is groot in Sion, en Hij is hoog boven alle volken.
De skal prise ditt navn, det store og forferdelige; hellig er han.
Dat zij Uw groten en vreselijken Naam loven, die heilig is;
Og i sin styrke elsker kongen rettferd; du har grunnfestet rettvishet, du har gjort rett og rettferdighet i Jakob.
En de sterkte des Konings, die het recht lief heeft. Gij hebt billijkheden bevestigd, Gij hebt recht en gerechtigheid gedaan in Jakob.
Ophøi Herren vår Gud, og kast eder ned for hans føtters skammel! Hellig er han.
Verheft den HEERE, onzen God, en buigt u neder voor de voetbank Zijner voeten; Hij is heilig!
Moses og Aron var blandt hans prester, og Samuel blandt dem som påkalte hans navn; de ropte til Herren, og han svarte dem.
Mozes en Aäron waren onder Zijn priesters, en Samuël onder de aanroepers Zijns Naams; zij riepen tot den HEERE, en Hij verhoorde hen.
I en skystøtte talte han til dem; de holdt hans vidnesbyrd og den lov han gav dem.
Hij sprak tot hen in een wolkkolom; zij hebben Zijn getuigenissen onderhouden, en de inzettingen, die Hij hun gegeven had.
Herre vår Gud, du svarte dem; du var dem en Gud som tilgav dem, men også en hevner over deres gjerninger.
O HEERE, onze God! Gij hebt hen verhoord, Gij zijt hun geweest een vergevend God, hoewel wraak doende over hun daden.
Ophøi Herren vår Gud, og kast eder ned for hans hellige berg! For hellig er Herren vår Gud.
Verheft den HEERE, onzen God, en buigt u voor den berg Zijner heiligheid; want de HEERE, onze God, is heilig.