ויאמר לאמו אלף ומאה הכסף אשר לקח לך ואתי אלית וגם אמרת באזני הנה הכסף אתי אני לקחתיו ותאמר אמו ברוך בני ליהוה׃
Die zeide tot zijn moeder: De duizend en honderd zilverlingen, die u ontnomen zijn, om dewelke gij gevloekt hebt, en ook voor mijn oren gesproken hebt, zie, dat geld is bij mij, ik heb dat genomen. Toen zeide zijn moeder: Gezegend zij mijn zoon den HEERE!