En gij zult in het land Gosen wonen, en nabij mij wezen, gij en uw zonen, en de zonen uwer zonen, en uw schapen, en uw runderen, en al wat gij hebt.
et habita in terra Gessen erisque iuxta me tu et filii tui et filii filiorum tuorum oves tuae et armenta tua et universa quae possides