Toen zeide hij tot mij: De kameren van het noorden, en de kameren van het zuiden, die voor aan de afgesneden plaats zijn, dat zijn heilige kameren, waarin de priesters, die tot den HEERE naderen, die allerheiligste dingen zullen eten; aldaar zullen zij de allerheiligste dingen henenleggen, en het spijsoffer, en het zondoffer, en het schuldoffer, want de plaats is heilig.
ויאמר אלי לשכות הצפון לשכות הדרום אשר אל פני הגזרה הנה לשכות הקדש אשר יאכלו שם הכהנים אשר קרובים ליהוה קדשי הקדשים שם יניחו קדשי הקדשים והמנחה והחטאת והאשם כי המקום קדש׃