Toen togen de kinderen van Benjamin uit, het volk tegemoet, en werden van de stad afgetrokken; en zij begonnen te slaan van het volk, en te doorsteken, gelijk de andere malen, op de straten, waarvan de een opgaat naar het huis Gods, en de ander naar Gibea, in het veld, omtrent dertig man van Israël.
Benjaminovci iziđoše na njih, a oni ih odmamiše daleko od grada. Kao i prije, ubijahu Benjaminovci neke po putovima, od kojih jedan ide u Betel, a drugi u Gibeu; ubiše tako oko trideset Izraelaca.