Opdat zich geen waterrijke bomen verheffen over hun stam, en hun top niet opsteken boven het midden der dichte takken, en geen bomen, die water drinken, op zichzelven staan vanwege hun hoogte; want zij zijn allen overgegeven ter dood, tot het onderste der aarde, in het midden der mensenkinderen, tot degenen, die in den kuil nederdalen.
Da se rastom svojim nijedno stablo pokraj vode više ne uzvisi i da vrh svoj među oblake ne uzdigne! I da se nijedno stablo koje pije vode u visinu svoju ne uzdaje! Jer su svi predani smrti, bačeni u podzemne krajeve, posred sinova ljudskih, s onima što slaze u jamu!'