Om eet har jeg bedet HERREN, det attrår jeg: alle mine Dage at bo i HERRENs Hus for at skue HERRENs Livsalighed og grunde i hans Tempel.
Een ding heb ik van den HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN, om de liefelijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel.
Derfor løfter mit Hoved sig over mine Fjender omkring mig. I hans Telt vil jeg ofre Jubelofre, med Sang og med Spil vil jeg prise HERREN.
Ook nu zal mijn hoofd verhoogd worden boven mijn vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn tent offeranden des geklanks offeren; ik zal zingen, ja, psalmzingen den HEERE.
skjul ikke dit Åsyn for mig! Bortstød ikke din Tjener i Vrede, du er min Hjælp, opgiv og slip mig ikke, min Frelses Gud!
Verberg Uw aangezicht niet voor mij, keer Uw knecht niet af in toorn; Gij zijt mijn Hulp geweest, begeef mij niet, en verlaat mij niet, o God mijns heils!