Men Moses sagde til Aron og hans Sønner Eleazar og Itamar: "I må hverken lade eders Hår vokse frit eller sønderrive eders Klæder, ellers skal I dø og Vrede komme over hele Menigheden; lad eders Brødre, hele Israels Hus, begræde den Brand, HERREN har antændt;
En Mozes zeide tot Aäron, en tot Eleazar, en tot Ithamar, zijn zonen: Gij zult uw hoofden niet ontbloten, noch uw klederen verscheuren, opdat gij niet sterft, en grote toorn over de ganse vergadering kome; maar uw broederen, het ganse huis van Israël, zullen dezen brand, dien de HEERE aan gestoken heeft, bewenen.