Da sagde Salomo: "Du viste stor Miskundhed mod din Tjener, min Fader David, der jo også vandrede for dit Åsyn i Troskab, Retfærdighed og Hjertets Oprigtighed; og du lod denne store Miskundhed blive over ham og gav ham en Søn, der nu sidder på hans Trone.
En Salomo zeide: Gij hebt aan Uw knecht David, mijn vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw aangezicht gewandeld heeft, in waarheid, en in gerechtigheid, en in oprechtheid des harten met U; en Gij hebt hem deze grote weldadigheid gehouden, dat Gij hem gegeven hebt een zoon, zittende op zijn troon, als te dezen dage.