Lid pak ten, jemuž oni prorokují, rozmetán bude po ulicích Jeruzalémských hladem a mečem, aniž bude, kdo by je pochovával, je, manželky jejich, a syny jejich, a dcery jejich. Tak vyleji na ně nešlechetnost jejich.
En het volk, tot hetwelk zij profeteren, zullen op de straten van Jeruzalem weggeworpen zijn vanwege den honger en het zwaard; en er zal niemand zijn, die hen begrave, hen, hun vrouwen, en hun zonen, en hun dochteren; alzo zal Ik hun boosheid over hen uitstorten.