hii sunt in epulis suis maculae convivantes sine timore semet ipsos pascentes nubes sine aqua quae a ventis circumferuntur arbores autumnales infructuosae bis mortuae eradicatae
Dezen zijn vlekken in uw liefdemaaltijden, en als zij met u ter maaltijd zijn, weiden zij zichzelven zonder vreze; zij zijn waterloze wolken, die van de winden omgedreven worden; zij zijn als bomen in het afgaan van den herfst, onvruchtbaar, tweemaal verstorven, en ontworteld;