бо твердинею став Ти нужденному, твердинею став для убогого в час його утиску, охороною від хуртовини, тінню від спеки, і дух тих насильників був немов хуртовина на стіну!
Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen de hitte; want het blazen der tirannen is als een vloed tegen een wand.