Da nu Ammons barn så at de hadde gjort sig forhatt hos David, sendte de bud og leide syrerne fra Bet-Rehob og syrerne fra Soba, tyve tusen mann fotfolk, og kongen i Ma'aka med tusen mann og tolv tusen mann fra Tob.
Toen nu de kinderen Ammons zagen, dat zij zich bij David stinkende gemaakt hadden, zonden de kinderen Ammons heen, en huurden van de Syriërs van Beth-rechob, en van de Syriërs van Zoba, twintig duizend voetvolks, en van den koning van Maacha duizend man, en van de mannen van Tob twaalf duizend man.