Psalms 70

Au chef des chantres. De David. Pour souvenir. O Dieu, hâte-toi de me délivrer! Eternel, hâte-toi de me secourir!

Een psalm van David, voor den opperzangmeester, om te doen gedenken.

Qu'ils soient honteux et confus, ceux qui en veulent à ma vie! Qu'ils reculent et rougissent, ceux qui désirent ma perte!

Haast U, o God, om mij te verlossen, o HEERE, tot mijn hulp.

Qu'ils retournent en arrière par l'effet de leur honte, Ceux qui disent: Ah! ah!

Laat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad.

Que tous ceux qui te cherchent Soient dans l'allégresse et se réjouissent en toi! Que ceux qui aiment ton salut Disent sans cesse: Exalté soit Dieu!

Laat hen terugkeren tot loon hunner beschaming, die daar zeggen: Ha, ha!

Moi, je suis pauvre et indigent: O Dieu, hâte-toi en ma faveur! Tu es mon aide et mon libérateur: Eternel, ne tarde pas!

Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: God zij groot gemaakt! Doch ik ben ellendig en nooddruftig; o God, haast U tot mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; HEERE, vertoef niet!