La Izraelidoj vidis, ke ili estas en mizero, ĉar la popolo perdis la kuraĝon, kaj la homoj kaŝis sin en kavernoj, en arbustoj, en rokoj, en kavoj, kaj en putoj.
Toen de mannen van Israël zagen, dat zij in nood waren (want het volk was benauwd), zo verborg zich het volk in de spelonken, en in de doornbossen, en in de steenklippen, en in de vestingen, en in de putten.