Psalms 70

Een psalm van David, voor den opperzangmeester, om te doen gedenken.
confundantur et erubescant qui quaerunt animam meam
Haast U, o God, om mij te verlossen, o HEERE, tot mijn hulp.
convertantur retrorsum et erubescant qui volunt malum mihi revertantur ad vestigium confusionis suae qui dicunt va va
Laat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijn ziel zoeken; laat hen achterwaarts gedreven en te schande worden, die lust hebben aan mijn kwaad.
gaudeant et laetentur in te omnes qui quaerunt te et dicant semper magnificetur Deus qui diligunt salutare tuum
Laat hen terugkeren tot loon hunner beschaming, die daar zeggen: Ha, ha!
ego autem egenus et pauper Deus festina pro me auxilium meum et salvator meus tu Domine ne moreris
Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: God zij groot gemaakt! Doch ik ben ellendig en nooddruftig; o God, haast U tot mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; HEERE, vertoef niet!
in te Domine speravi ne confundar in aeternum