Aangaande de offeranden Mijner gaven, zij offeren vlees, en eten het, maar de HEERE heeft aan hen geen welgevallen. Nu zal Hij hunner ongerechtigheid gedenken, en hun zonden bezoeken; zij zullen weder in Egypte keren.
Ils immolent des victimes qu'ils m'offrent, Et ils en mangent la chair: L'Eternel n'y prend point de plaisir. Maintenant l'Eternel se souvient de leur iniquité, Et il punira leurs péchés: Ils retourneront en Egypte.