Maar zij zeide: Zo waarachtig als de HEERE, uw God, leeft, indien ik een koek heb, dan alleen een hand vol meels in de kruik, en een weinig olie in de fles! En zie ik heb een paar houten gelezen, en ik ga heen, en zal het voor mij en voor mijn zoon bereiden, dat wij het eten, en sterven.
I odpověděla: Živť jest Hospodin Bůh tvůj, žeť nemám žádného chleba, ani podpopelného, kromě hrsti mouky v kbelíku a maličko oleje v nádobce, a aj, sbírám dvě dřevě, abych šla a připravila to sobě a synu svému, abychom snědouce to, za tím zemříti musili.