En het geschiedde, als de koning van Israël den brief gelezen had, dat hij zijn klederen scheurde, en zeide: Ben ik dan God, om te doden en levend te maken, dat deze tot mij zendt, om een man van zijn melaatsheid te ontledigen? Want voorwaar, merkt toch, en ziet, dat hij oorzaak tegen mij zoekt.
以色列王看了信就撕裂衣服,说:「我岂是 神,能使人死使人活呢?这人竟打发人来,叫我治好他的大痲疯。你们看一看,这人何以寻隙攻击我呢?」