Men Husgudens Tale er Svig, Sandsigeres Syner er Blændværk: de kommer med tomme Drømme, hul er Trøsten, de giver; derfor vandrer de om som en Hjord, lider Nød, thi de har ingen Hyrde.
Want de terafim spreken ijdelheid, en de waarzeggers zien valsheid, en zij spreken ijdele dromen, zij troosten met ijdelheid; daarom zijn zij henengetogen als schapen, zij zijn onderdrukt geworden; want er was geen herder.