Thi dersom I efterkommer dette Krav, skal konger, der sidder på Davids Trone, drage ind ad Portene til dette Hus med Vogne og Heste, de, deres Tjenere og Folk:
Want indien gijlieden deze zaak ernstiglijk zult doen, zo zullen door de poorten van dit huis koningen ingaan, zittende den David op zijn troon, rijdende op wagens en op paarden, hij, en zijn knechten, en zijn volk.