І затремтять перед Моїм лицем морські риби та птаство небесне, і польова звірина, всяке гаддя, що плазує по землі, і всяка людина, що на поверхні землі, і будуть поруйновані гори, і поваляться урвища, і всякий мур на землю впаде.
Zodat van Mijn aangezicht beven zullen de vissen der zee, en het gevogelte des hemels, en het gedierte des velds, en al het kruipend gedierte, dat op het aardrijk kruipt, en alle mensen, die op den aardbodem zijn; en de bergen zullen nedergeworpen worden, en de steile plaatsen zullen nedervallen, en alle muren zullen ter aarde nedervallen.