I zwodzi mieszkających na ziemi przez one cuda, które jej dano czynić przed bestyją, mówiąc obywatelom ziemi, aby uczynili obraz onej bestyi, która miała ranę od miecza, ale zasię ożyła.
En verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve toe doen gegeven zijn in de tegenwoordigheid van het beest; zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij het beest, dat de wond des zwaards had, en weder leefde, een beeld zouden maken.