I rzekł Jozue: W tem poznacie, że Bóg żyjący jest w pośrodku was, a iż koniecznie wypędzi przed twarzą waszą Chananejczyka, i Hetejczyka, i Hewejczyka, i Ferezejczyka, i Gergezejczyka, i Amorejczyka, i Jebuzejczyka.
Verder zeide Jozua: Hieraan zult gijlieden bekennen, dat de levende God in het midden van u is, en dat Hij ganselijk voor uw aangezicht uitdrijven zal de Kanaänieten, en de Hethieten, en de Hevieten, en de Ferezieten, en de Girgazieten, en de Amorieten en de Jebusieten.