Als de Syriërs zagen, dat zij voor het aangezicht van Israël geslagen waren, zo zonden zij boden, en brachten de Syriërs uit, die aan gene zijde der rivier woonden; en Sofach, de krijgsoverste van Hadar-ezer, toog voor hun aangezicht heen.
videns autem Syrus quod cecidisset coram Israhel misit nuntios et adduxit Syrum qui erat trans Fluvium Sophach autem princeps militiae Adadezer erat dux eorum