Want ziet, aangaande dien steen, welken Ik gelegd heb voor het aangezicht van Josua, op dien enen steen zullen zeven ogen wezen; ziet, Ik zal zijn graveersel graveren, spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal de ongerechtigheid dezes lands op een dag wegnemen.
Albowiem oto ten kamień, który kładę przed Jesuego, na ten kamień jeden obrócone będą siedm oczów; oto Ja wyrzeżę na nim rzezanie, mówi Pan zastępów, a odejmę nieprawość tej ziemi, dnia jednego.