En zeg tot de kinderen Ammons: Hoort des Heeren HEEREN woord: Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat gij gezegd hebt: Heah! over Mijn heiligdom, als het ontheiligd werd, en over het land Israëls, als het verwoest werd, en over het huis van Juda, als zij in gevangenis gingen;
Si til Ammons barn: Hør Herrens, Israels Guds ord! Så sier Herren, Israels Gud: Fordi du ropte: Ha, ha! over min helligdom, som er blitt vanhelliget, og over Israels land, som er blitt ødelagt, og over Judas hus, som er ført bort i fangenskap,