De woorden van Jonadab, den zoon van Rechab, die hij zijn kinderen geboden heeft, dat zij geen wijn zouden drinken, zijn bevestigd; want zij hebben geen gedronken tot op dezen dag, maar het gebod huns vaders gehoord; en Ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende, maar gij hebt naar Mij niet gehoord.
To ny tenin'i Jonadaba, zanak'i Rekaba, izay nanafarany ny zanany tsy hisotro divay, fa tsy misotro tokoa izy mandraka androany, fa mahatana ny hafa-drazany, ary Izaho efa niteny taminareo, eny, nifoha maraina koa Aho ka niteny, nefa tsy nihaino ianareo.