Psalms 128

Een lied Hammaaloth. Welgelukzalig is een iegelijk, die den HEERE vreest, die in Zijn wegen wandelt.

(Sang til Festrejserne.) Salig enhver, som frygter Herren og går på hans veje!

Want gij zult eten den arbeid uwer handen; welgelukzalig zult gij zijn, en het zal u welgaan.

Dit Arbejdes Frugt skal du nyde, salig er du, det går dig vel!

Uw huisvrouw zal wezen als een vruchtbare wijnstok aan de zijden van uw huis; uw kinderen als olijfplanten rondom uw tafel.

Som en frugtbar Vinranke er din Hustru inde i dit Hus, som Oliekviste er dine Sønner rundt om dit Bord.

Ziet, alzo zal zekerlijk die man gezegend worden, die den HEERE vreest.

Se, så velsignes den Mand, der frygter HERREN.

De HEERE zal u zegenen uit Sion, en gij zult het goede van Jeruzalem aanschouwen al de dagen uws levens;

HERREN velsigne dig fra Zion, at du må se Jerusalems Lykke alle dit Livs Dage

En gij zult uw kindskinderen zien. Vrede over Israël!

og se dine Sønners Sønner! Fred over Israel!