Så siger HERREN om Profeterne, de, som vildleder mit Folk, de, som råber om Fred, når kun de får noget at tygge, men ypper Krig med den, der intet giver dem i Munden:
Alzo zegt de HEERE, tegen de profeten, die Mijn volk verleiden; die met hun tanden bijten, en roepen vrede uit; maar die niet geeft in hun mond, tegen dien zo heiligen zij een krijg.