Psalms 53

Для дириґетна хору. На „Махалат". Навчальний псалом. Давидів.
Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op Machalath.
Безумний говорить у серці своїм: Нема Бога! Зіпсулись вони, і несправедливість обридливу чинять, нема доброчинця!...
De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God; zij verderven het, en zij bedrijven gruwelijk onrecht; er is niemand, die goed doet.
Бог зорить із неба на людських синів, щоб побачити, чи є там розумний, що Бога шукає.
God heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht.
Усі повідступали, разом стали огидними, нема доброчинця, нема ні одного!...
Een ieder van hen is teruggekeerd, te zamen zijn zij stinkende geworden, er is niemand, die goed doet, ook niet een.
Чи ж не розуміють оті, хто беззаконня вчиняє, що мій люд поїдають? Вони споживають хліб Божий, та не кличуть Його!
Hebben dan de werkers der ongerechtigheid geen kennis, die Mijn volk opeten, alsof zij brood aten? Zij roepen God niet aan.
Тоді настрашилися страхом вони, хоч страху не було, бо розсипав Бог кості того, хто тебе оточив був, ти їх посоромив, бо ними погордував Бог! Аби то Він дав із Сіону спасіння ізраїлеві! Як долю Свого народу поверне Господь, то радітиме Яків, утішатися буде ізраїль!
Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard geworden, waar geen vervaardheid was; want God heeft de beenderen desgenen, die u belegerde, verstrooid; gij hebt hen beschaamd gemaakt, want God heeft hen verworpen. Och, dat Israëls verlossingen uit Sion kwamen! Als God de gevangenen Zijns volks zal doen wederkeren, dan zal zich Jakob verheugen, Israël zal verblijd zijn.