En het zal geschieden, wanneer iemand meer profeteert, dat zijn vader en zijn moeder, die hem gegenereerd hebben, tot hem zullen zeggen: Gij zult niet leven, dewijl gij valsheid gesproken hebt in den Naam des HEEREN; en zijn vader en zijn moeder, die hem gegenereerd hebben, zullen hem doorsteken, wanneer hij profeteert.
Na, tenei ake, ki te poropiti tetahi a muri ake nei, ka mea tona papa ki a ia, raua ko tona whaea i whanau ai ia, E kore koe e ora; kua korero teka hoki koe i runga i te ingoa o Ihowa: na ka werohia ia e tona papa raua ko tona whaea i whanau ai i a, ina poropiti ia.