Vertrekt, vertrekt, gaat uit van daar, raakt het onreine niet aan; gaat uit het midden van hen, reinigt u, gij, die de vaten des HEEREN draagt!
Odlazite, odlazite, iziđite odatle, ne dotičite ništa nečisto! Iziđite iz njegove sredine! Očistite se, vi koji nosite posude Jahvine!