Thi så siger Hærskarers HERRE, Israels Gud: Som min Vrede og Harme udgød sig over Jerusalems Indbyggere, således skal min Harme udgyde sig over eder, når I drager til Ægypten, og I skal blive et. Edens, Rædselens, Forbandelsens og Spottens Tegn og ikke mere få dette Sted at se.
Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Gelijk als Mijn toorn, en Mijn grimmigheid is uitgestort over de inwoners van Jeruzalem, alzo zal Mijn grimmigheid over ulieden uitgestort worden, als gij in Egypte zult gekomen zijn; en gij zult wezen tot een vervloeking, en tot een ontzetting, en tot een vloek, en tot smaadheid, en zult deze plaats niet meer zien.