Og når de spørger dig: "Hvor skal vi gå hen?" så svar dem: Så siger HERREN: Hvo Dødens er, til Død, hvo Sværdets er, til Sværd, hvo Hungerens er, til Hunger, hvo Fangenskabets er, til Fangenskab!
En het zal geschieden, wanneer zij tot u zullen zeggen: Waarhenen zullen wij uitgaan? dat gij tot hen zult zeggen: Zo zegt de HEERE: Wie ten dood, ten dode; en wie tot het zwaard, ten zwaarde, en wie tot den honger, ten honger; en wie ter gevangenis, ter gevangenis!