Tuť se náramně strašiti budou, kdež není strachu. Bůh zajisté rozptýlí kosti těch, kteříž tě vojensky oblehli; zahanbíš je, nebo Bůh pohrdl jimi. [ (Psalms 53:7) Ó by z Siona dáno bylo spasení Izraelovi. Když Bůh zase přivede zajaté lidu svého, plésati bude Jákob, a veseliti se Izrael. ]
Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard geworden, waar geen vervaardheid was; want God heeft de beenderen desgenen, die u belegerde, verstrooid; gij hebt hen beschaamd gemaakt, want God heeft hen verworpen. Och, dat Israëls verlossingen uit Sion kwamen! Als God de gevangenen Zijns volks zal doen wederkeren, dan zal zich Jakob verheugen, Israël zal verblijd zijn.