εις τους ανομους ως ανομος, μη ων ανομος εις τον Θεον, αλλ εννομος εις τον Χριστον, δια να κερδησω ανομους
Degenen, die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet zijnde (Gode nochtans zijnde niet zonder de wet, maar voor Christus onder de wet), opdat ik degenen, die zonder de wet zijn, winnen zou.