Doğru insan bana vursa, iyilik sayılır,
Azarlasa, başa sürülen yağ gibidir,
Başım reddetmez onu.
Çünkü duam hep kötülere karşıdır.
De rechtvaardige sla mij, het zal weldadigheid zijn; en hij bestraffe mij, het zal olie des hoofds zijn, het zal mijn hoofd niet breken; want nog zal ook mijn gebed voor hen zijn in hun tegenspoeden.