Psalms 110

[] RAB Efendim’e: “Ben düşmanlarını ayaklarının altına serinceye dek Sağımda otur” diyor.
Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten.
RAB Siyon’dan uzatacak kudret asanı, Düşmanlarının ortasında egemenlik sür!
De HEERE zal den scepter Uwer sterkte zenden uit Sion, zeggende: Heers in het midden Uwer vijanden.
Savaşacağın gün Gönüllü gidecek askerlerin. Seherin bağrından doğan çiy gibi Kutsal giysiler içinde Sana gelecek gençlerin.
Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkracht, in heilig sieraad; uit de baarmoeder des dageraads zal U de dauw Uwer jeugd zijn.
[] RAB ant içti, kararından dönmez: “Melkisedek düzeni uyarınca Sonsuza dek kâhinsin sen!” dedi.
De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.
Rab senin sağındadır, Kralları ezecek öfkelendiği gün.
De HEERE is aan Uw rechterhand; Hij zal koningen verslaan ten dage Zijns toorns.
Ulusları yargılayacak, ortalığı cesetler dolduracak, Dünyanın dört bucağında başları ezecek.
Hij zal recht doen onder de heidenen; Hij zal het vol dode lichamen maken; Hij zal verslaan dengene, die het hoofd is over een groot land.
Yol kenarındaki dereden su içecek; Bu yüzden başını dik tutacak.
Hij zal op den weg uit de beek drinken; daarom zal Hij het hoofd omhoog heffen.